Standaard hulpstukken
Standaard hulpstukken zijn onderdelen die aan een basisketting worden bevestigd om deze aan te passen voor een specifiek doel als transportmiddel. Hulpstukken kunnen worden geïntegreerd in de schakelschalm of als vervanging van de normale schakel worden ingebouwd in de ketting. Andere hulpstukken (afhankelijk van het type) worden aan de schakelschalmen gelast met een projectie- of hoeknaadverbinding.
De standaard hulpstukken worden hieronder beschreven:
F-Hulpstukken
Buiten- of binnenschakels
F-hulpstukken bieden een plat oppervlak loodrecht op de kettingschalm. Ze worden gebruikt om duwers, schrapers etc. vast te maken.
K-hulpstukken
Buiten- of binnenschakels
K-hulpstukken bieden een platform parallel aan de as van de kettinglijn en de lagerpen. Ze worden gebruikt om latten, schrapers, emmers etc. aan de ketting vast te maken.
L-hulpstukken
L-hulpstukken zijn geïntegreerd in de buitenschalmen van de ketting. Normaal gesproken hebben ze een of twee gaten (bij voorkeur L2), maar voor schrapertoepassingen kunnen ze worden geleverd zonder gaten en met verschillende breedtes (type LO).
Buitenboordrollen voor kettingen met holle pennen
Buitenboordrollen hebben twee grote voordelen: doordat ze directe ladingdragers zijn, hoeven de kettingrollen alleen te worden gebruikt als koppeling en bij slijtage van de buitenboordrollen, kunnen ze gemakkelijk worden vervangen zonder dat de hele ketting hoeft te worden vervangen. Ze zijn vooral handig wanneer de koppelingsrollen door hulpstukken niet op steunsporen kunnen teruglopen of wanneer de rollading hoog is.
Spiepennen en geperforeerde schakelschalmen
Spiepennen kunnen worden gemonteerd met holle lagerpennen of met schakelschalmen. Ze worden gezekerd met een veerring en moer.
Enkele perforatie wordt vooral gebruikt met spiepennen en is vereist aan beide zijden van de ketting. Dubbele perforatie wordt geleverd voor de montage van speciale hulpstukken aan een of beide zijden van de ketting. De gaten in de binnenschalmen zijn aan de binnenkant verzonken om te voorkomen dat de boutkoppen in aanraking komen met de tanden van het tandwiel.
